Naast de kerntaken en werkprocessen waar je aan werkt, moet je ook werken aan meer algemene compententies die belangrijk zijn voor het beroep. Je moet aan het eind van je studie ook bewijzen dat je hierin vorderingen hebt gemaakt.
Het gaat om de volgende 12 competenties, die zijn onderverdeeld in verschillende subcompetenties:
Zelfstandig werken
Samenwerken (intern en extern)
Proactief zijn, op zoek naar nieuws en informatie
Opvolgen en uitvoeren van instructies
Nieuwsgierig en nieuwssensitief
Onderzoekende houding
Inventief (inspelen op nieuwe-media-toepassingen)
Omgaan met hectiek op redactie en wijzigingen in afspraken
Inzet creativiteit bij communicatie en bereiken juiste doelgroep
Integer/kritisch/onafhankelijk
Eerlijk en betrouwbaar
Vertrouwen door mediaconsument | Ik ben nog niet bezig met de vertrouwensband van mij met mijn lezer. Ik vind het moeilijk om het belang daarvan te beschrijven. | Ik probeer mijn lezer eerlijk te informeren, maar publiceer ook nog wel eens iets dat ze beter niet kunnen weten | Ik ben betrouwbaar en mijn lezer kan daar op rekenen. Soms | Mijn lezer heeft kunnen merken dat ik te vertrouwen ben. Ik kan dat bewijzen en er openheid over geven naar mijn lezer. |
Vertrouwen door externen/bronnen | Ik kan aantonen dat bronnen blij zijn met mijn | |||
Vertrouwen door collega’s en werkgever | ||||
Nadenken over het belang van eerlijke en betrouwbare berichtgeving | Ik kan |
Bewust van ethische dilemma’s
Ik ken de ethische dilemma’s die bij redactioneel werk komen kijken | ||||